Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zeg tot degenen, die met loze kalk pleisteren, dat [34]hij omvallen zal; er zal een [35]overstelpende plasregen zijn; en gij, o grote hagelstenen, zult vallen, en een grote stormwind zal [hem] splijten. 34. Te weten de lemen wand. 35. Versta hierdoor, en het volgende, het geweld der Chaldeen, hetwelk zich over Jeruzalem en het gehele koninkrijk van Juda gruwelijk uitstorten zou. Dezelfde gelijkenissen worden ook elders gebruikt, zie Jes.25:4; Jer.47:2; onder hfdst.38 vs.22.